Onderzoeksvraag
Hoe kan sociale ongelijkheid/armoede een invloed hebben op kinderen en op welke manier kunnen scholen hierop inspelen om gelijke kansen te bieden aan elk kind?
Probleemstelling
Er zijn verschillende factoren zoals armoede die ervoor kunnen zorgen dat het leerproces van een kind vermoeilijkt wordt.
Ouders in armoede:
Mensen die lager geschoold zijn, hebben later meer kans om zelf in armoede te moeten leven. Kinderen van laaggeschoolde mensen komen meestal ook in een armoedige situatie terecht en hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel. Leerkrachten zullen er alles aan doen om het beste uit de kinderen te halen. De leerkrachten/scholen kunnen helpen door externen aan te spreken wanneer de ouders niet weten wat ze moeten doen. Kinderen uit de middenklasse hebben ook vaak meer hulp en aandacht nodig. (Statistiek Vlaanderen. (2020, 20 oktober) Geraadpleegd op 22 maart 2021)
Leerkansen voor de kinderen:
Kinderen die in kansarmoede leven, zullen door de coronacrisis een leerachterstand oplopen. Scholen bieden allerlei opdrachten en taken aan om de kinderen nuttig bezig te houden tijdens lesvrije periode, vaak via digitaal afstandsonderwijs. Nochtans heeft niet iedereen thuis een computer en/of internet ter beschikking.
Mensen in armoede leven vaak klein en dicht op elkaar en dikwijls ook zonder tuin. Hierdoor hebben ze vaak geen rustige leeromgeving. Dicht op elkaar leven, leidt vaak tot stress en weegt af op de schoolprestaties. (z.d.). vrt armoede-corona. Geraadpleegd op 12 mei 2021)
Gezondheid en welbevinden
Mensen in armoede lopen ook meer gezondheidsrisico’s, met uitval en schoolachterstand tot gevolg. (Statistiek Vlaanderen. (2020, 20 oktober) Geraadpleegd op 22 maart 2021)
Ongelijkheid tussen deze 2 gezinnen
De kenniskloof tussen kansarme en -rijke kinderen is ook zeer groot. Dit zijn ook factoren die meespelen in de ongelijkheid. Wie in armoede leeft, heeft een minder leerrijke omgeving en verliest makkelijker verworven kennis en vaardigheden. Dat er in vijf weken geen les wordt gegeven, is vergelijkbaar met een lange vakantieperiode. (Kinderrechtencoalitie. (2010 november). Geraadpleegd op 22 maart 2021)
Probleem
Tot hiertoe werden weinig of geen oplossingen gevonden om kinderen, ongeacht welke sociale achtergrond, gelijke kansen te bieden binnen het onderwijs.
Conclusie
Onze conclusie aan de hand van onze onderzoeksvraag:
Hoe kan sociale ongelijkheid/armoede een invloed hebben op kinderen en op welke manier kunnen scholen hierop inspelen om gelijke kansen te bieden aan elk kind?
Hoe kan sociale ongelijkheid/armoede een invloed hebben op de kinderen?
Kinderen die in armoede leven, krijgen minder kansen om nieuwe dingen te kopen en worden hierdoor vaker uitgesloten door medestudenten. Hierdoor krijgen ze een lager zelfbeeld en minder zelfvertrouwen en dat kan ook invloed hebben op hun schoolprestaties. Kinderen met een laag zelfbeeld en die een laag welbevinden en betrokkenheid hebben, zullen ook minder graag naar school komen, waardoor hun leerprestatie daalt. Doordat kinderen in armoede leven en vaak thuis moeten helpen, zullen ze minder lang naar school gaan. Ze zullen sneller moeten gaan werken, waardoor ze geen diploma hebben en minder snel een goed betaalde job vinden. Ook kinderen die niet graag naar school komen of slechte punten halen, zullen sneller stoppen met school. Dit zal jammer genoeg negatieve gevolgen hebben voor deze kinderen. Ze zullen, doordat ze geen diploma hebben, minder snel aan een goed betaalde job geraken, waardoor ze sneller weer in die armoede terecht kunnen komen. (Vicieuze cirkel)
Uit onderzoek en eigen ervaringen merken wij ook dat kinderen die het thuis niet breed hebben, ook vaak naar school komen zonder eten of fruit. Als school kan je hierop proberen in te spelen door een groenteboer aan te spreken die bv. elke woensdag fruit komt leveren aan de school, wat dan verdeeld wordt onder alle kinderen. Zo heeft elk kind zeker 1 keer per week vers fruit en eten men gezond. Als school kan je niet voor elk kind boterhammen voorzien, maar je kan wel inspelen op dit probleem door zelf een brood aan te schaffen, voor moesten er kinderen zijn die geen boterhammen hebben. Een andere oplossing is om aan de andere kinderen te vragen wie er eventueel een boterhammetje kan missen, zodat de kindjes zonder boterhammen toch geholpen zijn.
Het is zeker belangrijk om als leerkracht in te spelen op dit maatschappelijk probleem. Praat hier voldoende over zonder dat het gezien wordt als iets wat taboe is. Kinderen en ouders leren om zich niet te schamen, maar hierover te durven praten en hulp te vragen.
Scholen kunnen veel doen om ervoor te zorgen dat kinderen gelijk behandeld worden
De scholen kunnen gebruikmaken van vignetten voor uitstappen. Deze kunnen ervoor zorgen dat elk kind aan een lage prijs kan deelnemen aan elke uitstap, wat er dus voor zorgt dat elk kind gelijk behandeld wordt. Scholen kunnen acties ondernemen om geld in te zamelen, zodat alle kinderen tegen een goedkoper tarief op uitstap kunnen gaan.
1: werken met externe partners
Door als school samen te werken met externe partners, heb je meer mogelijkheden. Je kan mensen en organisaties inschakelen die jou als school ondersteunen en begeleiden in dit proces. Denk aan de organisatie Onderwijsnetwerken Antwerpen en Vignetten voor daguitstappen. Dat biedt mogelijkheden om activiteiten en uitstappen te organiseren voor doelgroepen die het niet breed hebben. Bij hen kan je als school/klas 1x per jaar gratis naar de Antwerpse Zoo gaan. Als je andere uitstappen of activiteiten wil organiseren, kan dit ook. Ze bieden deze aan een minimumprijs van 2 à 3 euro aan. Kinderen die dit anders niet kunnen omdat dit te duur is, kunnen dan wel mee. Ze worden niet achteruitgestoken en worden zo gelijk behandeld. (Onderwijsnetwerken Antwerpen. (z.d.). Geraadpleegd op 22 maart 2021)
Ook kan je als school een boer aanspreken, die 1x per week voor alle kinderen fruit levert op school. Fruit en groenten zijn niet altijd goedkoop en niet iedereen kan zijn of haar kind dit meegeven. De school geeft de kinderen zo de mogelijkheid om 1x per week toch een vers stukje fruit te eten. (Kenji Vercauteren (bron) 20 februari 2019)
Ook het CLB kan worden ingeschakeld wanneer je als leerkracht ondervindt dat er armoede/ongelijkheid heerst in je klas. Men kan dit dan bekijken en zo de nodige stappen te ondernemen. (Kenji Vercauteren (bron) 20 februari 2019)
2: breed observeren
Doordat leerkrachten breed gaan observeren, krijgen ze een beter zicht op de algemene en specifieke beginsituatie van elk kind en weten ze waar op ingezet moet worden. Men ziet waar de ongelijkheden zich bevinden en kan dan nadenken wat hieraan kan gedaan worden. Er wordt voor gezorgd dat elk kind gelijk wordt behandeld en benaderd. Het krijgt dus gelijke kansen, ongeacht wat zijn of haar achtergrond/thuissituatie is. (Kenji Vercauteren (bron) 20 februari 2019)
3: ouderparticipatie
Door de ouders te betrekken bij het school- en klasgebeuren, zorgen wij ervoor dat we een beter inzicht krijgen. Er zullen ouders zijn zich heel betrokken voelen en zich goed voelen bij de leerkracht, waardoor ze zich zullen openstellen. Ook zullen er ouders zijn die niet betrokken (willen) zijn en waarmee we geen of weinig contact hebben. Wij kunnen dan trachten in te spelen op deze groep ouders om hen alsnog proberen te betrekken. Enkel zo kunnen we meer te weten komen over de kinderen en de ouders en kunnen we zo inspelen op de ongelijkheid/armoede die bij de kinderen heerst. (Kenji Vercauteren (bron) 20 februari 2019)
4: als school zelf initiatieven opstellen
Initiatieven die door iedereen gebruikt kunnen worden, zijn bv. weggeefkasten, boekenstations, ... Iedereen kan er boeken, kledij, speelgoed enz. dat men niet meer nodig heeft, achterlaten (dingen die niet stuk zijn). Ouders die dan iets te kort komen en/of niet kunnen betalen, kunnen dit dan uit de kast nemen om te gebruiken. De boeken uit het boekenstation kunnen uitgeleend worden (gratis). Ouders die het financieel niet breed hebben waardoor ze geen nieuw speelgoed, kleding of boeken kunnen kopen, krijgen zo de gelegenheid dit toch te voorzien voor hun kind(eren). Vaak zie je kinderen die nog niet goed kunnen lezen of die naar school komen in steeds dezelfde kleding. Dit komt vaak omdat de ouders dat niet kunnen betalen. Als ouders dit uit de kasten halen en aan hun kinderen geven, zal dat er zeker voor zorgen dat er gelijkheid komt. Kinderen krijgen zo ook nieuw speelgoed, kunnen ook boeken lezen en eens met andere kledingstukken naar school komen. (Kenji Vercauteren (bron) 20 februari 2019)

Maak jouw eigen website met JouwWeb